top of page

Traumatische gebeurtenissen

Wat is een trauma?

Trauma is een psychische aandoening die ontstaat na een schokkende of overweldigende gebeurtenis. Deze gebeurtenis overstijgt vaak het vermogen van een persoon om er op dat moment op een gezonde manier mee om te gaan. Het omgaan met bepaalde gebeurtenissen wordt ook wel coping genoemd. Trauma wordt vaak onderverdeeld in types.

Trauma kan zowel eenmalig - type 1 (bijvoorbeeld een ernstig ongeluk, pestincident of een fysieke aanval) als langdurig zijn - type 2 (zoals een langdurige mishandeling of verwaarlozing, meerdere ongelukken, e.a.). Dit wordt ook wel als enkelvoudig- en meervoudig trauma benoemd. Traumatische gebeurtenissen kunnen een grote impact hebben op het gedrag van het slachtoffer. Gevoelens van machteloosheid, angst, depressieve gevoelens, frustratie, onbegrip, maar ook woede wordt vaak geassocieerd met mensen die een traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt. 

Het is dus van belang om zo snel mogelijk iets aan het trauma te doen, mede vanwege gedragsproblemen die zich kunnen ontwikkelen, die op haar beurt weer extra impact kunnen hebben op iemands mentale toestand.

Ontwikkeling Trauma (PTSS)

Slechts een minderheid van de mensen die blootgesteld wordt aan ingrijpende gebeurtenissen ontwikkelt PTSS. Zodoende is het van belang om coping vaardigheden aan te leren om mogelijkheden tot herstel door schokkende gebeurtenissen te bevorderen. Echter, bepaalde situaties kunnen zodanig schokkend zijn dat er een grote kans is op het optreden van een PTSS. Neem dan zo snel mogelijk contact op met een geschikte hulpverlener, zoals een psycholoog. 

Prevalentie van complexe traumatische gebeurtenissen 

Kinderen

Blootstelling aan herhaaldelijke vormen van slachtofferschap komt veel voor in de kindertijd. Uit onderzoek onder 2030 kinderen blijkt dat  ongeveer 20% van de  kinderen van 2 tot 17 jaar in het afgelopen jaar vier of meer verschillende vormen van slachtofferschap hadden ervaren. Slachtofferschap werd breed gedefinieerd en omvatte blootstelling aan gewelddadige en eigendomsmisdrijven (bijv. mishandeling, diefstal), kinderwelzijnsschendingen (bijv. kindermishandeling), oorlog/maatschappelijke onrust en pesten.

Adolescenten 

 

Prevalentiecijfers van PTSS lopen uiteen naargelang van de aard van de gebeurtenissen, diverse risicofactoren. 

Prevalentie kan betrekking hebben op: Zelf ooit een traumatische ervaring hebben meegemaakt, het vóórkomen van PTSS in de hele bevolking of het optreden van PTSS na een schokkende gebeurtenis. 

Naar schatting zou 7,4% van de Nederlandse bevolking ooit in zijn of haar leven een PTSS hebben gehad (8,8% van de vrouwen en 4,3% van de mannen).

Tussen de 52% tot 81% van Nederlanders maakt ooit in het leven een schokkende gebeurtenis mee.

Bij Nederlandse veteranen die met oorlogsgeweld zijn geconfronteerd variëren de cijfers sterk, afhankelijk van de aard van de gebeurtenissen. Uit Amerikaans onderzoek komt naar voren dat ongeveer 20 procent van de veteranen PTSS heeft ontwikkeld (Irak, Afghanistan).   

Ook bij seksueel geweld varieerden de cijfers sterk, ofschoon de prevalenties in het algemeen hoger zijn dan bij andere schokkende gebeurtenissen,: tussen 3,7% en 65%, mede afhankelijk van de ernst van het voorval, maar ook persoonlijke coping mechanismes.   Onder vluchtelingen woonachtig in westerse opvanglanden is het voorkomen van PTSS ongeveer 9%. Wanneer ook onderzoeksgegevens werden meegenomen van vluchtelingen en asielzoekers in niet-westerse landen, was de prevalentie van PTSS 13% tot 25%. 

Wat rampen betreft varieerden de cijfers over PTSS sterk. Respectievelijk:  Man-made rampen (zoals een terroristische aanslag), technologische rampen (zoals een explosie in een kerncentrale) en natuurrampen (bijvoorbeeld een aardbeving of overstroming) tussen 2% en 17%, tussen 2% en 45% en tussen 3% en 40%.

Ook bij seksueel geweld varieerden de cijfers sterk, ofschoon de prevalenties in het algemeen hoger zijn dan bij andere schokkende gebeurtenissen, namelijk tussen 3,7% en 65%. Een grootschalig overzicht van onderzoeken onder 7.000 vluchtelingen woonachtig in westerse opvanglanden liet zien dat de prevalentie van PTSS ongeveer 9% was. Daarentegen heeft 36,7% van de Iraakse asielzoekers ooit een traumatische gebeurtenis meegemaakt.  

Comorbiditeit PTSS

PTSS gaat vaak samen met een of meer andere aandoeningen, zozeer zelfs dat een afzonderlijk optredende PTSS een zeldzaamheid blijkt te zijn, naar schatting in maar 10% tot 15% van de gevallen.

Een derde tot de helft van mensen met PTSS hebben tevens last van depressies of depressieve gevoelens. Dit gaat dan ook vaak gepaard methet gebruik van verdovende middelen, zoals alcohol. 

Oorzaken van trauma

Trauma kan voortkomen uit zeer uiteenlopende situaties. Enkele veelvoorkomende oorzaken zijn:

  • Ongelukken of natuurrampen
    Bijvoorbeeld auto-ongelukken, branden, aardbevingen of overstromingen.

  • Geweld of misbruik
    Fysiek, seksueel of emotioneel misbruik, huiselijk geweld, oorlogservaringen of mishandeling.

  • Rouw ervaringen door verlies
    Zoals het overlijden van een dierbare, echtscheiding, of verlies van veiligheid of huis.

  • Chronische stressvolle omstandigheden
    Bijvoorbeeld leven in armoede, gepest worden, of opgroeien in een onveilige thuissituatie.

Het is belangrijk te benadrukken dat trauma subjectief is. Wat voor de ene persoon traumatisch is, hoeft dat voor een ander niet te zijn. De impact hangt samen met persoonlijke veerkracht (coping), leeftijd, eerdere ervaringen, de ernst en de aard van de traumatische gebeurtenis en sociale steun.

Behandeling en interventies

Traumaverwerking vereist vaak professionele hulp. Er zijn diverse behandelmethoden die effectief kunnen zijn, al dan niet  in combinatie of door middel van het synthetiseren van bepaalde (sub) onderdelen. 

Psychodynamische Psychotherapie

Deze therapie richt zich op het begrijpen van onbewuste gedachten en emoties die voortkomen uit eerdere ervaringen, vaak uit de kindertijd. Het doel is om diepere psychische conflicten te begrijpen en op te lossen die verband houden met het trauma.

Therapeuten helpen cliënten om inzicht te krijgen in de onbewuste processen die hun gedrag en emoties beïnvloeden. Het kan vooral nuttig zijn voor mensen die moeite hebben om direct over hun trauma te praten.

Dialectische Gedragstherapie (DGT)

DGT wordt vaak gebruikt bij mensen die worstelen met ernstige emotionele problemen, zoals borderline persoonlijkheidsstoornis, maar kan ook effectief zijn voor trauma-gerelateerde symptomen zoals zelfbeschadiging of extreme emotionele instabiliteit.

DGT combineert cognitieve gedragstherapie met mindfulness technieken en richt zich op het verbeteren van emotionele regulatie, het bevorderen van acceptatie en het ontwikkelen van vaardigheden om met stressvolle situaties om te gaan.

Systeemtherapie

Deze benadering focust op de bredere context van het trauma, zoals het gezin of sociale kring van de getroffene. Het is vooral nuttig wanneer het trauma verband houdt met interpersoonlijke relaties, zoals misbruik binnen het gezin.

De therapeut werkt met het hele gezin of de ondersteunende netwerken om patronen van interactie te begrijpen en te verbeteren, zodat het herstel van het slachtoffer wordt ondersteund door het sociale systeem.

Narratieve Exposure Therapie (NET)

NET is een kortdurende, trauma-geïnformeerde therapie die helpt om het trauma in de context van het gehele levensverhaal van de persoon te plaatsen. Het is vaak effectief voor mensen met complexe trauma's, zoals overlevenden van oorlog of langdurige misbruikervaringen.

Patiënten worden aangemoedigd om hun levensverhaal op te schrijven en het trauma te integreren in het verhaal, waardoor de impact ervan vermindert.

Somatic Experiencing (SE)

SE is gericht op het herstellen van het lichaam en de geest na trauma. Het idee is dat trauma vaak vastzit in het lichaam en dat fysieke reacties zoals spierspanning of verhoogde hartslag kunnen helpen om trauma te verlichten.

Hoe het werkt: Deze therapie helpt mensen om bewust te worden van hun lichamelijke sensaties en reacties, en ondersteunt hen bij het "ontladen" van de fysieke spanning die trauma kan veroorzaken.

Traumagerichte Cognitieve Gedragstherapie (TF-CBT)

TF-CBT is een veelgebruikte therapie voor kinderen en adolescenten die trauma hebben ervaren, zoals misbruik of verlies van een ouder.

Deze therapie combineert elementen van cognitieve gedragstherapie en trauma-specifieke interventies, waarbij het kind of de jongere leert om hun trauma te begrijpen, negatieve gedachten te veranderen en coping-mechanismen te ontwikkelen.

Mindfulness-Based Stress Reduction (MBSR)

Mindfulness-gebaseerde stressvermindering helpt mensen om in het huidige moment te blijven, wat kan helpen om symptomen van trauma zoals angst of flashbacks te verminderen.

MBSR omvat meditatie, ademhalingstechnieken en lichaamsbewustzijn, die helpen bij het verbeteren van emotionele regulatie en het verlagen van de fysieke spanning die vaak met trauma gepaard gaat.

Groepstherapie

In groepstherapie werken mensen die vergelijkbare traumatische ervaringen hebben gehad samen om hun gevoelens en ervaringen te delen, en elkaar steun te bieden.

Het biedt een veilige ruimte waarin mensen kunnen zien dat ze niet alleen zijn, en helpt om nieuwe copingstrategieën te ontwikkelen in interactie met anderen.

EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing)

EMDR is een therapie die vooral effectief wordt geacht voor het behandelen van posttraumatische stressstoornis (PTSS). Het richt zich op het verwerkingsproces van traumatische herinneringen.

Tijdens EMDR wordt de cliënt gevraagd om traumatische herinneringen op te roepen terwijl ze tegelijkertijd snelle oogbewegingen maken. Dit helpt om de emotionele lading van deze herinneringen te verminderen.

Acceptance and Commitment Therapy (ACT)

ACT is een vorm van therapie die helpt om psychologische flexibiliteit te vergroten. Het is nuttig voor mensen die worstelen met de gevolgen van trauma, zoals het vermijden van bepaalde gedachten of situaties.

ACT helpt mensen om hun gedachten en gevoelens te accepteren in plaats van te proberen ze te veranderen. Het richt zich ook op het ontwikkelen van acties die in lijn zijn met de eigen waarden, wat helpt om een gevoel van betekenis en richting te herwinnen na trauma.

Hypnotherapie

Hypnotherapie gebruikt diepe ontspanning en focus om toegang te krijgen tot onbewuste herinneringen en emoties die verband houden met het trauma. Dit kan vooral nuttig zijn voor mensen die moeite hebben om direct over hun trauma te praten.

De therapeut helpt de cliënt in een staat van diepe ontspanning, waarin ze meer openstaan voor positieve suggesties en inzichten over hun trauma.

 

Farmacotherapie

Medicijnen kunnen helpen bij het behandelen van symptomen van trauma, zoals angst, depressie of slaapproblemen, hoewel ze meestal niet de oorzaak van het trauma zelf behandelen.

Medicijnen zoals antidepressiva (bijv. SSRI's) of anxiolytica kunnen worden voorgeschreven om symptomen te verlichten, vaak in combinatie met psychotherapie.

Coping

Coping speelt een centrale rol. Mensen kunnen, ondanks ernstige trauma’s, groeien en zelfs sterker uit de ervaring komen (posttraumatische groei).

Herstel van trauma is mogelijk. Belangrijke elementen in dit proces zijn, naast coping:

  • Veiligheid: zowel fysiek als emotioneel

  • Erkenning en verwerking van wat is gebeurd

  • Ondersteuning vanuit de omgeving

  • Heropbouw van vertrouwen in zichzelf en anderen

Hulp bij trauma

 

PVGM Brainiac helpt bij verwerking van trauma. Kom je er zelf niet uit of heb je ondersteuning nodig bij herstel van trauma?

Onze psychologen staan voor jouw klaar!

Referenties

    • Fonagy, P., & Target, M. (2003). Psychoanalytic theories: Perspectives from developmental psychopathology. In J. L. L. G. E. A. O’Connor (Ed.), Handbook of developmental psychopathology (pp. 147-162). Springer.

    • Vries, G.J. de & Olff, M. (2009). The lifetime prevalence of traumatic events and post-traumatic stressdisorder in the Netherlands. Journal of Traumatic Stress, 22, 259-267.

    • Linehan, M. M. (1993). Cognitive-behavioral treatment of borderline personality disorder. Guilford Press.

    • Dworkin, E.R., Menon, S.V, Bystrynski, J., & Allen, N.E. (2017). Sexual assault victimization and psychopathology: A review and meta-analysis. Clinical Psychology Review, 56, 65-81.

    • Neria, Y., Nandi, A. & Galea, S. (2008). Posttraumatic stressdisorder following disasters: a systematic review. Psychological Medicine, 38(4), 467-480.

    • Schauer, M., Neuner, F., & Elbert, T. (2011). Narrative Exposure Therapy: A short-term treatment for traumatic stress disorders. Hogrefe Publishing.

    • Payne, P., & Crane-Godreau, M. A. (2013). Somatic experiencing: Using interoception and proprioception as tools for healing trauma. Frontiers in Psychology, 4, 93.

    • Cohen, J. A., & Mannarino, A. P. (2017). Trauma-focused cognitive behavioral therapy for children and families. In C. A. Courtois & J. D. Ford (Eds.), Treating complex traumatic stress disorders (pp. 89-104). Guilford Press.

    • Shapiro, F. (2018). EMDR: The breakthrough therapy for overcoming anxiety, stress, and trauma. In The EMDR Research Foundation (Ed.), EMDR (pp. 1-20). Guilford Press.

    • Kabat-Zinn, J. (1990). Full Catastrophe Living: Using the wisdom of your body and mind to face stress, pain, and illness. Delta.

    • Herman, J. L. (1992). Trauma and recovery: The aftermath of violence—from domestic abuse to political terror. Basic Books.

    • Steel, Z., Chey, T., Silove, D., Marnane, C. Bryant, R.A. & Ommeren, M. van (2009). Association of torture and other potentially traumatic events with mental health outcomes among populations exposed to mass conflict and displacement: a systematic review and meta-analysis. JAMA 302(5), 537-49.

    • Ozer, E.J., Best, S.R., Lipsey, T.L. & Weiss, D.S. (2003). Predictors of posttraumatic stress disorder and symptoms in adults: a meta-analysis. Psychological Bulletin, 129(1):52-73.

    • Debell, F., Fear, N.T., Head, M., Batt-Rawden, S., Greenberg, N., Wessely, S. & Goodwin, L. (2014). A systematic review of the comorbidity between PTSD and alcohol misuse. Soc Psychiatry Psych Epidem, 49, 1401-1425.

    • Hayes, S. C., Strosahl, K. D., & Wilson, K. G. (2012). Acceptance and Commitment Therapy: The process and practice of mindful change. Guilford Press.

    • Dunne, P., & Wood, F. (2011). The use of hypnosis in the treatment of trauma-related disorders. International Journal of Clinical and Experimental Hypnosis, 59(2), 215-229.

    • Petrakis, I. L., & McHugh, R. K. (2016). Pharmacotherapy for posttraumatic stress disorder. In C. R. H. King & A. L. T. King (Eds.), The Trauma Recovery Handbook: Strategies for Rebuilding and Healing After Trauma (pp. 173-192). Springer.

Sphere on Spiral Stairs
bottom of page